Dr Stephen Porges, grondlegger van de Polyvagaal Theorie, ontdekte dat er een biologische volgorde zit in
hoe mensen reageren, die van toepassing is op alle menselijke ervaring. Met veel dank aan Dr. Porges
voor zijn werk, vertaalt deze beginnersgids zijn werk tot een gebruiksvriendelijke handleiding.

Wanneer we geboren worden in deze wereld, ontvangen we een bedrading (zenuwstelsel) die bedoeld is
om verbinding te maken. Met onze eerste adem, beginnen we aan een zoektocht om ons veilig te voelen
in ons lichaam, onze omgeving en in onze relaties met anderen. Het autonome zenuwstelsel is ons
persoonlijke alarmsysteem, altijd op zijn hoede, en stelt voortdurend de vraag: “Is dit veilig?” Zijn doel is
om ons te beschermen door steeds de veiligheid en risico’s in te schatten, door steeds te luisteren naar
wat er gebeurt in ons lichaam en daarbuiten, en in de verbindingen die we hebben met anderen. Dit
luisteren gebeurt diep onder ons bewustzijn en weg van onze bewuste controle. Dr. Porges, die doorhad
dat dit niet te maken had met bewuste processen, zoals dit wel bij perceptie het geval is, noemde dit
‘neuroceptie’ om te beschrijven dat ons autonome zenuwstelsel voor signalen scant die veiligheid, gevaar
en levensbedreiging aangeven zonder dat we daarbij de cognitieve/ denkende delen van onze hersenen
gebruiken.

Omdat wij, mensen, wezens zijn die betekenis willen geven aan ons leven, resulteert neuroceptie dat
begint als een woordeloze ervaring, uiteindelijk in de creatie van een verhaal om zo betekenis te kunnen
geven aan ons dagelijks leven.

Het autonome zenuwstelsel – Anatomie en mogelijkheden
Het autonome zenuwstelsel bestaande uit twee delen, het sympathische en het parasympatische,
reageert op signalen en sensaties via drie banen, elk met een karakteristiek reactiepatroon. Het doel van
elk van deze zenuwbanen is om te reageren “in dienst van overleving.”

Het sympathische deel, bevindt zich in het middelste deel van het ruggenmerg en vertegenwoordigt de
baan die ons voorbereidt op actie. Het reageert op signalen van gevaar (zgn. cues of danger) en activeert
de aanmaak van adrenaline, dat op zijn beurt het vecht-of-vluchtsysteem aanstuurt (fight or flight).

De andere twee zenuwbanen bevinden zich in het parasympatische deel van het zenuwstelsel in een
zenuw genaamd ‘Vagus’, of de zgn. Vagale zenuwbaan. Vagus, heeft de toepasselijke betekenis van
‘zwerver’. Vanaf zijn oorsprong in de hersenstam, ‘zwerft’ de Vagus in twee richtingen, één naar beneden
door de longen, het hart, het diafragma en de maag en één omhoog die verbinding maakt met de
zenuwen in de nek, keel, ogen, en oren.

Vagus is verdeeld in twee delen: de ventrale vagale baan en de dorsale vagale baan. Ventraal betekent
langs de buikkant en dorsaal betekent langs de rugkant. De ventrale vagale baan reageert op signalen van
veiligheid (zgn. cues of safety) en ondersteunt gevoelens van veilig betrokken zijn en sociale verbinding.
Daarentegen reageert de dorsale vagale baan op signalen van extreem gevaar. Het haalt ons uit
verbinding, uit ons bewustzijn, en in een beschermende staat van ineenstorting/ inzinking. Als we ons
verlamd/bevroren, gevoelloos of “afwezig” voelen, heeft de dorsale vagale baan de controle
overgenomen (zgn. freeze).

Dr. Porges ontdekte dat ons autonome zenuwstelsel een ingebouwde reactiehiërarchie heeft die
verankerd is in de evolutionaire ontwikkeling van onze soort. De oorsprong van de dorsaal vagale baan
van de parasympaticus en zijn immobilisatierespons ligt bij onze oude gewervelde voorouders en is de
oudste baan. De sympathicus en zijn mobilisatierespons, ontwikkelde zich daarna. De meest recente
toevoeging, de ventraal vagale baan van de parasympaticus, zorgt voor sociale betrokkenheid en is uniek
voor zoogdieren.

Wanneer we stevig geaard zijn in onze ventraal vagale zenuwbaan, voelen we ons veilig en
verbonden, kalm en sociaal. Een gevoel (neuroception) van gevaar kan ons uit deze
toestand/staat halen en ons terug op de evolutionaire tijdlijn duwen naar de sympathicus. Hier
worden we gemobiliseerd om te reageren en actie te ondernemen. Actie ondernemen kan ons
helpen terug te keren naar de veilige en sociale toestand. Als we het gevoel krijgen dat we
gevangen zitten en niet kunnen ontsnappen aan het gevaar, dan wordt de dorsaal vagale
zenuwbaan geactiveerd, die ons dan helemaal terug voert naar ons evolutionaire begin. In deze
toestand zijn we geïmmobiliseerd. We sluiten ons af om te overleven. Vanaf hier is het een lange
weg terug naar het veilige en sociaal betrokken gevoel, en hebben we een pijnlijke weg te
volgen.

 

 

De autonome ladder
Laten we onze basiskennis van het autonome zenuwstelsel vertalen naar een alledaags voorwerp
door het autonome zenuwstelsel voor te stellen als een ladder. Hoe veranderen onze ervaringen
als we op en neer gaan op deze ladder?

Bovenaan de Ladder
Hoe zou het voelen om veilig en warm te zijn? Armen, die sterk maar zacht zijn. Lekker
dicht bij elkaar, waar tranen en lachen welkom zijn. Waar je vrij bent om te delen, te
blijven, te vertrekken. . .

Veiligheid en verbinding worden geleid door, evolutionair gezien, het nieuwste deel van het
autonome zenuwstelsel. Ons sociale betrokkenheidssysteem is actief in de ventraal vagale
zenuwbaan van de parasympathicus. In deze toestand hebben we een gereguleerde
hartslag, is onze ademhaling volledig, nemen we de gezichten van onze vrienden in ons op
en kunnen we afstemmen op gesprekken terwijl we
achtergrondgeluiden kunnen dempen. We zien het “grote plaatje”
en verbinden ons met de wereld en de mensen in deze wereld. Ik
zou mezelf kunnen omschrijven als gelukkig, actief, geïnteresseerd
en de wereld als veilig, leuk en vredig. Vanuit deze ventraal vagale
positie bovenaan de autonome ladder, ben ik verbonden met mijn
ervaringen en kan ik in contact maken met anderen. Dagelijkse
ervaringen die bij deze toestand horen zijn o.a. dingen organiseren,
plannen uitvoeren, voor mezelf zorgen, de tijd nemen om te
spelen, dingen te doen met anderen, me productief voelen op het
werk, en een algemeen gevoel van regulering en overzicht.
Gezondheidsvoordelen die hierbij horen zijn: een gezond hart,
gereguleerde bloeddruk, een gezond immuunsysteem waardoor
kwetsbaarheid voor ziekte vermindert, goede spijsvertering,
kwaliteit van de slaap, en een algemeen gevoel van welzijn.

De Ladder Afdalen
Angst fluistert naar me en ik voel de kracht van zijn boodschap. Beweeg, neem actie,
ontsnap. Niemand is te vertrouwen. Geen plek is veilig. . .

De sympathische tak van het autonome zenuwstelsel wordt geactiveerd wanneer we een een
onrustig gevoel krijgen – wanneer iets een neuroceptie van gevaar veroorzaakt. We komen
in actie. Vechten of vluchten gebeuren hier. In deze toestand, versnelt onze hartslag, wordt
onze ademhaling kort en oppervlakkig en scannen we onze omgeving op zoek naar gevaar,
we komen “in beweging.” Ik zou mezelf kunnen omschrijven als angstig
of boos en voel de adrenaline die het moeilijk maakt voor mij om stil te
zitten. Ik luister naar geluiden van gevaar en kan geluiden van
vriendelijke stemmen niet horen. De wereld kan gevaarlijk, chaotisch
en onvriendelijk aanvoelen. Vanuit deze mobilisatie van de
sympathicus– waarbij ik zowel een trede afdaal op de autonome
ladder als op die van de evolutionaire tijdlijn – geloof ik dat, “De
wereld een gevaarlijke plek is en ik mezelf moet beschermen tegen
gevaar”. Dagelijkse problemen die bij deze toestand horen zijn: angst,
paniekaanvallen, woede, concentratieproblemen- of problemen met
het voltooien van werk, alsook relatieproblemen.
Gezondheidsgevolgen die bij deze toestand horen zijn: hart-en
vaatziekten; hoge bloeddruk; een hoog cholesterolgehalte;
slaapproblemen; gewichtstoename; geheugenstoornis; hoofdpijn;
chronische nek-, schouder- en rugspanning; maagproblemen; en verhoogde kwetsbaarheid voor ziekte.

Onderaan de Ladder
Ik ben ver weg, op een donkere en verboden plek. Ik maak geen geluid. Ik ben klein en stil en
haal nauwelijks adem. Alleen, waar niemand me ooit zal vinden.

Onze oudste reactie-baan, de dorsaal vagale baan van de
parasympathicus, is de baan van het laatste redmiddel.
Wanneer al het andere faalt, wanneer we vast lopen en actie
ondernemen niet werkt, neemt de “primitieve Vagus” ons
mee in shutdown, ineenstorting, en dissociatie. Hier,
onderaan de autonome ladder, ben ik alleen met mijn
wanhoop en ontsnap ik in het onbekende, het niet-weten,
niet voelen, bijna een gevoel van niet te ‘zijn’. Ik zou mezelf
kunnen omschrijven als hopeloos, verlaten, verdoofd, te
moe om te denken of te handelen en de wereld als leeg,
doods en donker. Vanaf deze plek onderaan op de
evolutionaire tijdlijn, waar mijn lichaam en geest zich in
overlevingsmodus begeven, geloof ik dat: “Ik verloren ben en
niemand me ooit zal vinden.” Dagelijkse problemen die bij
deze toestand horen, zijn o.a. dissociatie,
geheugenproblemen, depressie, isolatie, en geen energie om de alledaagse dingen te doen. Gezondheidsgevolgen die bij
deze toestand horen zijn: chronische vermoeidheid, fibromyalgie, maagproblemen, lage bloeddruk, type 2 diabetes, en gewichtstoename.

Dagelijkse bewegingen op de ladder
Nu we de verschillende plaatsen op de ladder van het autonome zenuwstelsel verkend
hebben, laten we eens kijken hoe we de ladder opklimmen en afdalen. Onze voorkeursplek
is bovenaan de ladder. Zoals Johnny Nash schreef in het nummer “I Can See Clearly Now”:
(vertaald) “Ik kan alles nu duidelijk zien, de regen is verdwenen. Ik zie alle obstakels die in de
weg staan. De donkere wolken die me blind maakten, zijn verdwenen”. In de ventraal vagale
toestand zijn we hoopvol en vindingrijk. We zijn in staat te leven, lief te hebben en plezier te
hebben in relatie tot onszelf en anderen. Dit is niet een plek waar alles geweldig is, of een
plek waar er geen problemen bestaan.
Maar het is een plek waarin we herkennen wanneer we in nood zijn en onze opties kunnen
overwegen, waar we om hulp kunnen vragen en oplossingen kunnen bedenken. We dalen
de ladder af en komen tot actie te komen wanneer we getriggerd worden in een gevoel van
onbehagen – van dreigend gevaar. We hopen dat deze actie ons genoeg ruimte geeft om op
adem te komen en weer omhoog te klimmen naar de plaats van veiligheid en verbinding.
Het is wanneer we terugvallen naar de onderste treden/sporten van de ladder dat de
veiligheid en hoop van bovenaan de ladder onbereikbaar voelt.
Hoe zou een realistisch voorbeeld van het op-en afdalen van de autonome ladder eruit
kunnen zien? Hieronder twee voorbeelden:

Het is ochtend. Ik rij naar mijn werk en luister naar de radio, ik ben aan het genieten van het
begin van de dag (bovenaan de ladder). Dan hoor ik een sirene achter me (snelle afdaling op
de ladder). Ik voel mijn hart tekeer gaan en begin me onmiddellijk zorgen te maken dat ik iets
verkeerds gedaan heb (blijf op deze plek op de ladder). I parkeer de auto terwijl de politieauto
voorbij raast. Ik start de auto weer en vervolg de route naar mijn werk, ik voel mijn hart weer
rustig worden (klim de ladder weer op). Tegen de tijd dat ik op mijn werk kom, ben ik het
incident vergeten en klaar om mijn werkdag te beginnen (terug bovenaan de ladder).
Ik heb een etentje met vrienden en geniet van ons gesprek en het plezier dat ik heb met de
mensen die ik leuk vind (bovenaan de ladder). Het onderwerp verandert naar vakanties en ik
begin mijn situatie te vergelijken met die van mijn vrienden. Ik begin me kwaad te voelen dat
ik geen vakantie kan betalen, dat mijn werk niet genoeg betaalt, dat ik zoveel schulden heb
en dat ik mezelf nooit een vakantie zal kunnen veroorloven (afdalen op de ladder). Ik ga
achterover zitten en kijk naar mijn vrienden terwijl zij hun gesprek voortzetten over
reisplannen en vakanties. Ik sluit mezelf af van het gesprek en voel dat ik onzichtbaar wordt
terwijl het gesprek doorgaat (me afsluiten en me helemaal naar de onderkant van de ladder
begeven). De avond eindigt en mijn vrienden hebben niet door dat ik stil ben geworden en me
buitengesloten voel (zit vast onderaan de ladder). Ik ga naar huis en kruip mijn bed in (de
enige plek die ik nu ken is onderaan de ladder). De volgende morgen word ik wakker en wil ik
niet naar mijn werk (bevind me nog steeds onderaan de ladder). Ik maak me zorgen dat ik
ontslagen word als ik niet ga, en sleep mezelf uit bed (het begin van wat energie en een
opwaartse beweging op de ladder). Ik ben te laat op mijn werk. Mijn baas geeft commentaar
op het te laat zijn en ik vind het moeilijk om geen boze reactie te geven (ik blijf op de ladder
klimmen met meer mobiliserende energie). Ik beslis dat ik klaar ben met deze baan en dat ik
serieus op zoek ga naar een nieuwe baan (nog steeds aan het klimmen op de ladder). Ik ga
nadenken over de vaardigheden die ik heb en dat als ik een nieuwe baan heb dat ik mijn
schulden kan aflossen en misschien zelfs een vakantie kan boeken. Ik ga lunchen met een
collega, we praten over onze banen en onze dromen voor de toekomst (bevind me terug
bovenaan de ladder).

Samenwerkende systemen
Het gaat goed met ons welzijn als de drie delen van ons autonome zenuwstelsel
samenwerken. Om deze samenwerking te begrijpen, laten we het beeld van de ladder los,
en stellen we ons een huis voor.

Het dorsaal vagale system is verantwoordelijk voor de ‘basisvoorzieningen’ van het huis. Dit
system is op de achtergrond steeds aanwezig en zorgt ervoor dat ons lichaam aan blijft en
zijn werk doet. Als er een storing in het systeem komt, krijgt het onze aandacht. Als alles
voorspoedig gaat, werken de lichamelijke functies automatisch. Zonder invloed van het
ventraal vagale systeem, werken de basisvoorzieningen in een leeg huis, maar is er niemand
thuis. Of, als we al thuis zijn, is de omgeving niet comfortabel. Alles staat op de laagst
mogelijke stand, zodat er voldoende voor luchtcirculatie is en om te voorkomen dat de
leidingen niet bevriezen. De omgeving zorgt ervoor dat er net voldoende is om in leven te
blijven.

Het sympathische deel kan vergeleken worden met een alarmsysteem die een reeks reacties
tot zijn beschikking heeft om zich zo te wapenen op noodsituaties. Dit alarmsysteem is
ontworpen om een onmiddellijke reactie te triggeren en daarna op standby terug te
schakelen. Zonder de invloed van het ventraal vagale systeem, zou het alarmsysteem
voortdurend noodsituaties ontvangen en het alarm laten rinkelen.

Het ventraal vagale systeem stelt ons in staat om te genieten van het huis waarin we wonen.
We kunnen ervan genieten als een plek waarin we kunnen rusten en herstellen op onszelf en
als plek die we kunnen delen met vrienden en familie. We kunnen de ‘basisvoorzieningen’
op de achtergrond voelen. De ritmes van ons hart en ademhaling worden gereguleerd. We
vertrouwen erop dat het ‘alarmsysteem’ op standby staat. De samenwerking/ integratie van
de systemen zorgen ervoor dat we compassie kunnen voelen naar anderen, nieuwsgierig zijn
naar de wereld waarin we leven en ons emotioneel en fysiek kunnen verbinden met
anderen.

Waar gaan we hierna naartoe?
Nu we een basisbegrip hebben over de rol en de reacties van het autonome zenuwstelsel en
hoe deze in dienst staat van onze veiligheid en overleving, kunnen we beginnen om vrienden
te worden met ons autonome zenuwstelsel en onze persoonlijke reactiepatronen in kaart
gaan brengen.

De oefeningen waarin we vrienden worden met het zenuwstelsel, leiden tot het bijwonen
van sessies. Het in kaart brengen geeft ons besef op welke plaats (in het autonome
zenuwstelsel) we ons bevinden. Door dit besef, kunnen we bewust beginnen met het
afstemmen en verfijnen van ons autonome zenuwstelsel. We kunnen leren om met succes
te navigeren in onze zoektocht naar veiligheid en verbinding.

© Note: deze handleiding is geschreven door Tekla van Middendorp