Voor veel mensen markeert het zevenenzestigste levensjaar een overgang: het pensioen en de AOW gaat in en werk verdwijnt (gedeeltelijk) uit het dagelijks leven. Wat betekent dat? Voor sommigen is het een mijlpaal, een nieuwe fase vol vrijheid. Voor anderen voelt het juist als een kunstmatige grens, waarin ze zichzelf opnieuw moeten uitvinden. Alsof je van de ene op de andere dag niet meer meedoet, behalve bij de folders in de brievenbus, die je ineens bombarderen met aanbiedingen voor trapliften en seniorenreizen. Wat verandert er voor jou? En wat blijft hetzelfde?
Een nieuwe balans vinden
We leven in een wereld die sterk gericht is op doen, presteren en productiviteit. Soms denk ik als het gaat over de pensioen- en de AOW-leeftijd: “het lijkt wel of er een kunstmatig getrokken grens bestaat tussen ‘werken’ en ‘niet werken’, tussen ‘nuttig’ en ‘overbodig’ “. Alsof je na je laatste werkdag plotseling meer een decorstuk wordt in plaats van een hoofdrolspeler, zoiets.
Misschien wordt deze kunstmatige grens niet getrokken door de pensioen- of AOW-leeftijd zelf, maar door hoe we er zelf naar kijken. Wat als we niet langer denken in termen van ‘productief’ of ‘niet-productief’, maar in termen van betrokkenheid en van-betekenis-zijn? Wat als deze fase niet draait om afscheid nemen van het oude, maar om daarnaast ruimte maken voor iets nieuws?
Werk geeft ons levensritme, structuur en een plek waar we onze talenten benutten. En als het goed is draagt dat bij aan een gevoel van voldoening en betrokkenheid. Als dat wegvalt, dan is het zinvol dat we ons hierop heroriënteren. Betekent stoppen met werken ook dat je stopt met waardevol zijn? Of is het juist een kans om opnieuw te ontdekken wat voor jou belangrijk is?
Ik begrijp goed dat natuurlijk niet iedereen deze overgang hetzelfde ervaart. De een heeft behoefte om wat afstand te nemen van geijkte structuren van de afgelopen werkjaren en wil met volle teugen genieten van rust en vrijheid. De ander zoekt naar een manier om actief betrokken te blijven in de samenleving. Misschien werk je nog wat door, geeft vrijwilligerswerk je voldoening, of haal je juist plezier uit hobby’s, reizen of extra tijd met je dierbaren. Er is geen goed of fout lijkt mij. Hoe je deze fase ook invult, het is goed om er op tijd bij stil te staan en te kijken naar wat je energie en voldoening geeft. Het gaat erom dat je een weg vindt die bij jou past.
De overgang naar een nieuwe fase
Wat gebeurt er met onze talenten en ervaringen als we stoppen met werken? Het bereiken van de AOW-leeftijd hoeft geen harde breuk te zijn waardoor levenservaring en wijsheid zomaar er niet meer toe doen. Net zoals seizoenen geleidelijk in elkaar overlopen, verandert ook deze levensfase stap voor stap. Het gaat niet om loslaten of vasthouden, maar om ruimte maken voor wat voor jou waardevol is
Vanuit dit perspectief zou je kunnen zeggen dat deze fase een verschuiving is van ‘moeten’ naar ‘mogen’, van presteren naar verdiepen. De vraag is niet langer wat er van ons verwacht wordt, maar wat ons werkelijk vervulling geeft.
Actief blijven: waarom het belangrijk is
Onderzoek suggereert dat actief blijven na pensionering gunstig kan zijn voor zowel onze fysieke als mentale gezondheid. Neuropsycholoog Erik Scherder stelt dat mensen die zichzelf blijven uitdagen en een zinvolle invulling aan hun dagen geven, of dat nu via (vrijwilligers)werk, hobby’s of sociale activiteiten is, vaak meer levensvreugde en veerkracht ervaren.
Hij benadrukt dan ook dat ons brein voortdurende uitdaging nodig heeft. Enkel leuke dingen doen is volgens hem niet voldoende; echte uitdaging is essentieel om ons gezond te houden. Met andere woorden: een kruiswoordpuzzel is goed, maar een nieuwe taal leren waarin je je kleinkinderen kunt overrulen is nog beter. En nee, sudoku’s tellen volgens Scherder niet als hersentraining als je de oplossing al in de kantlijn hebt staan.
Actief blijven kan ons dus bescherming bieden tegen eenzaamheid, depressieve gevoelens, cognitieve achteruitgang en een verlies van eigenwaarde. Ook maatschappelijke betrokkenheid kan hierin een belangrijke rol spelen. Door onze kennis, vaardigheden en ervaring in te zetten, bijvoorbeeld via mentorprogramma’s, buurtinitiatieven of vrijwilligerswerk, blijven we sociaal en mentaal actief en dragen we bij aan een hechtere samenleving. Dit kan ons voldoening geven, nieuwe perspectieven openen en bijdragen aan een vitaal en zinvol leven. Ik spreek uit ervaring.
Wat als werken een keuze wordt?
De pensioenleeftijd werd ooit ingesteld in een tijd waarin de levensverwachting lager was dan nu en het niet iedereen gegeven was om er lang van te genieten. We worden steeds ouder en vandaag de dag blijven we langer gezond en vitaal. Is het dan nog logisch om het bereiken van de AOW-leeftijd te zien als het definitieve einde van ons werkende leven?
Wat als onze waarde niet wordt bepaald door wat we doen, maar door hoe we ons verbinden met onszelf, met anderen en met het grotere geheel? Wanneer we openstaan voor deze vragen, ontstaat er ruimte om het leven anders vorm te geven, niet vanuit verplichting, maar vanuit keuze. Laten we deze fase niet als een afsluiting beschouwen, maar als een flexibele overgang naar een nieuwe manier van bijdragen.
Geraniums en de schommelstoel
Op twaalf maart word ik zevenenzestig, maar voor mij verandert er niets. Behalve dan dat ik dan officieel in de club van ‘de 67-jarigen’ zit en mag gaan genieten van het extra basisinkomen. Maar verder? Ik werk nog steeds als zelfstandige, een tandje minder misschien, maar met evenveel plezier.
De ooit bedachte pensioengerechtigde leeftijd is voor mij niet meer dan een getal. Ik blijf afgestemd op waar mijn energie naartoe gaat, wat mij vreugde brengt en waar mijn kwaliteiten en talenten tot hun recht komen. Soms gaat dat vanzelf, soms vraagt het om heroriëntatie, zoals het leven zelf.
Mijn creativiteit blijft stromen, ik blijf mijn horizon verbreden en mij inzetten voor wat ik als waardevol beschouw. Niet omdat het moet, maar omdat het mag, zolang het mij fysiek en mentaal gegeven is. Misschien is dat wel de essentie van deze levensfase: de ruimte om te kiezen voor wat écht bij je past. En daar af en toe eens over mijmeren in zo’n schommelstoel, dat lijkt me wel wat. Maar dan zonder geraniums graag.
Ik hoop dat deze blog je wat inspiratie biedt.
Paul van Gemert,
Maart 2025
Geef een reactie